NIEUWS VAN VOORVAART ADVOCATUUR

Lees hier ons laatste Nieuws

Opmerkelijk: ‘postcode kanjer’ valt buiten huwelijksgoederengemeenschap

Het zal u maar gebeuren. Uw (ex-)partner wint een miljoenenprijs in de loterij, net op het moment dat u samen in een echtscheidingsprocedure
verwikkeld bent. Het overkwam een man in een opmerkelijke zaak waarin de rechtbank Amsterdam op 23 december 2015, uitspraak deed (Rb. Amsterdam 23 december 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:9150).

Partijen waren verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. Het verzoekschrift tot echtscheiding is ingediend op 20 oktober 2014. In januari 2015 valt de ‘postcode kanjer’ van € 2.109.655,= op een lot dat op naam van de vrouw stond. De man en de vrouw verschillen van mening over de vraag of deze prijs in de gemeenschap valt (en dus bij helfte gedeeld moet worden).

De man stelt dat de prijs in de gemeenschap valt. Hij voert daartoe aan dat:

  1. de premie van het winnende lot vóór de ontbinding van de gemeenschap was voldaan;
  2. dat op het rekeningnummer van de vrouw een positief saldo stond ten tijde van de betaling van het lot (en dat dit saldo, dat voldoende was voor betaling van het lot, in de gemeenschap viel);
  3. dat de premie die betaald is dient te worden aangemerkt als kosten voor de huishouding;
  4. dat de prijs op grond van redelijkheid en billijkheid bij helfte gedeeld moet worden.

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank is het niet eens met de opvatting van de man dat de premie van het winnende lot reeds vóór ontbinding van de gemeenschap was voldaan. Volgens de rechtbank is de premie  van € 11,25 op 26 november 2014 (dus ná de ontbindingsdatum/peildatum voor bepaling van de omvang van de gemeenschap op 20 oktober 2014) voldaan door de vrouw. De rechtbank gaat niet mee in het argument van de man dat de premie betaald zou zijn middels een maandelijkse reservering van € 2,=. Uit het reglement van de Postcode Loterij volgt immers dat iemand slechts deelnemer is indien de maandelijkse inleg tijdig is voldaan.

Ook het tweede argument van de man kan in de ogen van de rechtbank geen doel treffen. De rechtbank is het eens met de man dat op de peildatum een positief banksaldo stond op de rekening van de vrouw en dat dit banksaldo voor verrekening in aanmerking komt.  Dit betekent echter niet, aldus de rechtbank, dat de vrouw het voor verrekening komende saldo heeft gebruikt voor de aanschaf van het winnende lot. De man heeft per 20 oktober 2014 een vordering op de vrouw ter verrekening, maar dit leidt er niet toe dat de man achteraf kan stellen dat de vrouw deze verrekening (deels) heeft voldaan door betaling van € 5,63 aan de Postcode loterij. Daar komt volgens de rechtbank bij dat de vrouw heeft aangetoond dat het saldo op haar bankrekening begin november 2014 negatief was en dat zij het saldo uit inkomsten heeft aangevuld.

Met het argument van de man dat de bedragen die partijen betaalden aan de Postcode Loterij aan te merken zijn als “kosten van de huishouding” maakt de rechtbank ook korte metten. Volgens de rechtbank is gebleken dat de man en de vrouw feitelijk al vier jaar gescheiden leefden. Zij voerden dus geen gemeenschappelijke huishouding meer. Daarnaast was over en weer geen sprake van (partner)alimentatie en deelden partijen geen kosten voor de woning/levensonderhoud. Bovendien zijn de kosten voor deelname aan de Postcode loterij volgens de rechtbank geen kosten die dienen tot het “lichamelijk en geestelijk welzijn” van de echtgenoten.

Het laatste argument van de man was dat het oneerlijk zou zijn. dat de vrouw de prijs niet zou hoeven te delen, nu partijen 30 jaar met elkaar getrouwd zijn geweest. Volgens de man dient de prijs daarom op grond van de redelijkheid en billijkheid verdeelt te worden. De rechtbank overweegt dat partijen weliswaar 30 jaar getrouwd zijn, maar dat zij  ruim 10 jaar gescheiden hebben geleefd en in de laatste 4 jaar ook geen gemeenschappelijke huishouding meer voerden. Daarnaast staat vast dat de man al weer ruim 4 jaar met zijn vriendin samenwoont en niets bijdraagt in de kosten van de vrouw. De rechtbank verwerpt daarom het beroep van de man op de redelijkheid en billijkheid.

Op grond van het bovenstaande beslist de rechtbank dat de prijs niet tot de huwelijksgemeenschap behoort. De vrouw hoeft haar prijs van ruim € 2 miljoen dus niet te delen.

Verdeling huwelijksgoederengemeenschap

Heeft u vragen/problemen met betrekking tot de verdeling van een huwelijksgoederengemeenschap? Neem dan contact op met Voorvaart Advocaten om te ervaren wat zij voor u kunnen betekenen.