Het was bijna oudjaar. Het KNMI had ’s nachts de volgende waarschuwing uitgegeven:
“Op veel plaatsen, vooral op lokale wegen, is het soms glad door sneeuwresten en/of bevriezing van natte weggedeelten. Overdag gaat het in de ochtend vanuit het zuidwesten af en toe licht sneeuwen. … De totale hoeveelheden lopen uiteen van 1-3 cm. De grootste hoeveelheid valt in het zuidwesten en zuiden. In het zuidwesten is er later in de middag en avond kans op ijzel. …”
In de rechtszaak die volgde, werd van de zijde van de man aangevoerd dat de eigenaar van het perceel niet had voldaan aan zijn zorgplicht door het drukbezochte parkeerterrein en de voetpaden niet sneeuw- en ijsvrij te maken. De man was van mening dat de eigenaar het ongeval had kunnen voorkomen door zout te (laten) strooien. Aan de rechtbank werd onder meer gevraagd om te verklaren dat de eigenaar van het perceel aansprakelijk was voor het ongeval en de schade diende te vergoeden.
Van de zijde van de eigenaar van het perceel werd onder meer aangevoerd dat de toedracht van het ongeval niet vaststond.
De rechtbank heeft niet uitgezocht of de man al dan niet ten val was gekomen op de wijze zoals door hem was gesteld. De rechtbank was van oordeel dat, ook als de toedracht inderdaad zo was geweest als door de man gesteld, de eigenaar van het perceel niet aansprakelijk was voor de schade van de man.
De rechtbank overwoog onder meer dat het een:
“feit van algemene bekendheid is dat een voetpad glad kan zijn wanneer er sneeuw en/of ijs op ligt en dat er daardoor een verhoogd risico bestaat op uitglijden en vallen. Ieder normaal mens dat – wanneer er buiten sneeuw en/of ijs ligt – naar buiten gaat dient hierop bedacht te zijn en van hem of haar mag worden verwacht dat hij of zij voldoende maatregelen neemt om uitglijden en vallen zoveel mogelijk te voorkomen. Wanneer iemand desondanks ten val komt ten gevolge van door sneeuw of ijs veroorzaakte gladheid, draagt die persoon in beginsel zijn of haar eigen schade. Dit is slechts anders wanneer onder de gegeven omstandigheden een derde maatregelen had moeten nemen om de val te voorkomen, bijvoorbeeld door met strooizout te strooien.”
De rechtbank vervolgde dat dit over het algemeen niet snel het geval zal zijn en:
“Daarbij is nog van belang dat door middel van strooien het risico op uitglijden en vallen kan worden verminderd, maar dat ook als er gestrooid is een normaal mens er nog steeds terdege rekening mee moet houden dat hij desondanks kan uitglijden of vallen.”
Aan de valpartij was een periode van winterweer voorafgegaan. Op de dag van het ongeval was volgens de waarschuwing van het KNMI ook sprake van gladheid en lichte sneeuw. De man had bij aankomst op het parkeerterrein gemerkt dat het parkeerterrein glad was. Op het voetgangerspad lag sneeuw. De rechtbank vond dat de man bedacht had moeten zijn op gladheid en daar rekening mee had moeten houden. “Dat hem niet direct duidelijk was dat de sneeuw op het voetpad tot een ijsplaat was geworden” kwam naar het oordeel van de rechtbank voor rekening en risico van de man.
De rechtbank was van oordeel dat de eigenaar van het perceel niet aansprakelijk was voor de schade van de man.
Voorvaart Advocaten heeft de expertise in huis om ook in uw situatie de zaak te beoordelen en in behandeling te nemen. Hebt u – door wat voor oorzaak dan ook – letselschade en/of andere schade opgelopen en is daarvoor mogelijk een ander of bijvoorbeeld een school aansprakelijk? Neem dan contact op met Voorvaart Advocaten om te ervaren wat zij voor u kunnen betekenen.