Wellicht een herkenbare situatie. Het kind was bijna acht jaar oud. Samen met medeleerlingen nam deze leerling deel aan een gymles, die door een daartoe bevoegde docent werd gegeven.
In de gymzaal was een opstelling gemaakt van twee trapeziums met daartussen een bank die aan beide trapeziums hing. Onder de bank lag een dikke mat. Aan beide kanten van de dikke mat lagen vier dunne matjes. Rond de trapeziums lagen geen matjes.
De bedoeling van de opstelling was dat twee leerlingen elk op een eigen trapezium (ook wel trapezoïde genoemd) omhoog zouden klimmen, op de bank naar elkaar toe zouden lopen en dan zouden proberen elkaar van de bank af te duwen. Een soort kussengevecht. Maar dan zonder kussens.
Toen de bewuste leerling aan de beurt was om op een trapezium te klimmen, viel hij van het trapezium achterover op de grond. Gevolg: een hersenschudding.
De wettelijk vertegenwoordigster van het minderjarige kind vroeg daarop de rechtbank te bepalen dat het bevoegde gezag van de betreffende school aansprakelijk was voor de schade, de kosten van de rechtszaak te begroten op € 3.423,– en het bevoegde gezag van de school te veroordelen om dat bedrag te betalen.
De wettelijk vertegenwoordigster van het kind was van mening dat er ook rondom de trapeziums matten hadden moeten worden neergelegd.
De rechtbank was “van oordeel dat in het algemeen op de (gym)leraar een bijzondere zorgplicht rust onder meer ten aanzien van de gezondheid en de veiligheid van de leerlingen die aan zijn zorg zijn toevertrouwd en die onder zijn toezicht staan.”. De rechtbank stelde “daarbij voorop dat de bijzondere zorgplicht van scholen niet inhoudt dat leerlingen moeten worden behoed voor ieder mogelijk risico.” De rechtbank was van oordeel dat aan elke activiteit of handeling wel een bepaald risico op het ontstaan van letsel verbonden was en dat dat zeker geldt voor gymoefeningen. “Daar worden leerlingen uitgedaagd zich fysiek en motorisch te ontwikkelen. Daarbij past dat leerlingen hun mogelijkheden verkennen en daarbij hun grenzen opzoeken. Zo ontwikkelen leerlingen ook risicocompetentie: het reëel kunnen inschatten van risico’s in een situatie gegeven de eigen ervaring en vaardigheden.”, aldus de rechtbank.
De rechtbank ging ervan uit dat matjes worden neergelegd om een beveiliging te bieden tegen een specifiek valrisico en dat het specifieke valrisico bij deze gymoefening aanwezig was bij het uitvoeringsgedeelte op de bank tussen de trapeziums. Daar liepen twee leerlingen naar elkaar toe om te proberen de ander van de bank af te duwen. Daarom lag er onder de bank een dikke mat en lagen er aan weerszijden van die dikke mat dunne matjes. De trapeziums waren alleen bedoeld om de eigenlijke oefening op een zekere hoogte uit te kunnen voeren.
Het bevoegde gezag van de school had in de rechtszaak aangevoerd dat een trapezium een gymtoestel is waar de leerlingen al vanaf kleuterleeftijd bekend mee zijn. Leerlingen van de leeftijd die het slachtoffer had (bijna acht jaar) zijn volgens de rechtbank “dan ook heel goed in staat om een trapezoïde te beklimmen.”. De rechtbank ging verder: “Bij het beklimmen van en staan op de trapezoïde was verder geen sprake van een competitie- of spelelement waardoor het risico op een val van de trapezoïde groter werd. Buiten het algemene valrisico – als je ergens op klimt, kun je daar ook vanaf vallen – was er daarom rondom de trapezoïdes geen sprake van een specifiek valrisico. Gelet op het beperkte en niet-specifieke valrisico van een toestel waarmee de individuele leerlingen, waaronder” (naam van het kind) ”, ruime (klim)ervaring hadden, hoefde de gymleraar geen extra (veiligheids)maatregelen te nemen.”.
De rechtbank was in dit geval van oordeel dat de gymleraar zijn zorgplicht ten opzichte van het kind niet geschonden had. De rechtbank vond dat het bevoegde gezag van de school niet aansprakelijk was voor de ontstane (letsel)schade.
Wat uit deze uitspraak onder meer duidelijk wordt, is dat de vraag of een gymleraar de risico’s voldoende heeft beperkt erg afhankelijk is van de specifieke situatie in het specifieke geval.
Niet altijd kan de aansprakelijkheid met succes bij de gymleraar / de betreffende school worden neergelegd.
Hebt u – door wat voor oorzaak dan ook – ook letselschade en/of andere schade opgelopen en is daarvoor mogelijk een ander of bijvoorbeeld een school aansprakelijk? Neem dan contact op met Voorvaart Advocaten om te ervaren wat zij voor u kunnen betekenen.